Jean Piaget wordt gezien als de vader van het onderzoek naar cognitieve ontwikkeling. Zijn ontwikkelingstheorie wordt beschouwd als een van de belangrijkste in het hele vakgebied. Leer meer over het silhouet van deze wetenschapper.
Wie was Jean Piaget?
Jean Piaget was een Zwitserse psycholoog die wordt beschouwd als de vader van de cognitieve wetenschap. Zijn theorieën over de intellectuele ontwikkeling van kinderen worden algemeen erkend als essentieel om te begrijpen hoe kinderen leren en denken. Piaget werd in 1896 geboren in Neuchâtel, Zwitserland. Zijn vader, Arthur Piaget, was een professor in de biologie en zijn moeder, Rebecca Jackson, was een lerares. Piaget promoveerde in 1918 in de biologie en begon zijn wetenschappelijke carrière aan het Genetisch Instituut in Parijs.
In 1921 trouwde hij met Valerie Dunant en al snel werd hun eerste zoon Laurent geboren. In 1924 begon Piaget zijn onderzoekscarrière aan het Zwitserse Pedagogische Instituut in Genève, waar hij de rest van zijn leven doorbracht. Piaget stierf in 1980.
Jean Piaget – belangrijkste prestaties
Piaget was vooral geïnteresseerd in de cognitie en ontwikkeling van kinderen. Zijn eerste werk ging over de intelligentie van ratten en vogels. In de jaren 1920 en 1930 concentreerde Piaget zich op onderzoek naar cognitie bij kinderen. Zijn werk omvatte ruimtelijke concepten, concepten van tijd en getallen en spraakontwikkeling. Piaget geloofde dat kinderen zich op een specifieke manier ontwikkelen en dat hun cognitie verschilt van die van volwassenen. Kinderen ontwikkelen zich volgens Piaget door middel van zogenaamde handelingsschema’s, d.w.z. bepaalde handelingspatronen die ze gebruiken om over de wereld te leren.
De handelingspatronen van kinderen zijn nog flexibel en kunnen veranderen. Piaget geloofde dat kinderen 4 stadia van cognitieve ontwikkeling doorlopen: sensorimotorisch, preoperationeel, operationeel en postoperationeel. Binnen deze stadia ontwikkelen kinderen steeds complexere handelingspatronen. Veel van deze stadia en handelingsschema’s worden vandaag de dag nog steeds gebruikt in onderzoek naar kinderen.
Piaget was ook geïnteresseerd in moraliteit en ethologie. In de jaren 1950 en 1960 richtte Piaget zijn onderzoek op moraliteit en ethologie. Zijn werk omvatte concepten van persoonlijkheid, ethiek en esthetiek. Piaget stierf in Neuchatel in 1980.
De ontwikkelingstheorie van Jean Piaget
Jean Piaget, de grondlegger van de ontwikkelingstheorie, geloofde dat kinderen zich ontwikkelen in 4 stadia: sensorimotorisch, preoperationeel, operationeel en review.
De sensorimotorischefase begint bij de geboorte en duurt tot ongeveer 2 jaar. In deze periode leert het kind door directe ervaring, d.w.z. door zintuigen en bewegingen. Het kind heeft op deze leeftijd een beperkt denkvermogen en is gericht op het heden.
De preoperationele fase begint rond de leeftijd van 2-7 jaar en is de fase waarin het kind leert te handelen op mentaal niveau, niet alleen op fysiek niveau. Het kind op deze leeftijd begint te begrijpen dat objecten onafhankelijk van hem of haar kunnen bestaan en dat ze kunnen veranderen. Het denken van het kind op deze leeftijd is echter beperkt en nog niet logisch.
Deoperationele fase begint rond de leeftijd van 7-12 jaar en is de fase waarin het kind leert om op mentaal niveau te handelen en niet alleen op fysiek niveau. Een kind op deze leeftijd begint te begrijpen dat objecten onafhankelijk van hem of haar kunnen bestaan en dat ze kunnen veranderen. Het denken van het kind op deze leeftijd is echter beperkt en nog niet logisch.
Hetherzieningsstadium begint rond de leeftijd van 12-16 jaar en is het stadium waarin het kind leert om op mentaal niveau te handelen en niet alleen op fysiek niveau. Een kind op deze leeftijd begint te begrijpen dat objecten onafhankelijk van hem of haar kunnen bestaan en dat ze kunnen veranderen. Het denken van het kind op deze leeftijd is echter beperkt en nog niet logisch.
Jean Piaget – sleutelbegrippen
Piaget stelde dat intelligentie zich gedurende het hele leven ontwikkelt en dat de cognitieve vaardigheden voortdurend veranderen. Deze veranderingen zijn gerelateerd aan hoe iemand omgaat met de omgeving waarin hij leeft. Piaget geloofde dat intelligentie niet alleen het vermogen is om problemen op te lossen, maar ook het vermogen om problemen te creëren. Het concept ‘schema’ staat centraal bij het begrijpen van Piagets theorie. Een schema is de manier waarop iemand informatie uit de omgeving interpreteert en ontvangt. Piaget stelde dat schema’s flexibel zijn en kunnen veranderen afhankelijk van iemands ervaringen.